EEN ENERGIENEUTRALE WONING BINNEN HANDBEREIK

Alle nieuwe gebouwen moeten voldoen aan een energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Dit getal geeft aan hoeveel energie het gebouw verbruikt. Voor woningen geldt op dit moment een EPC-eis van 0,4. In 2020 moeten alle woningen, die nieuw worden gebouwd, energieneutraal zijn; de EPC moet dan 0,0 zijn.
TRIAS ENERGETICA
Drie uitgangspunten voor het zuinig en zorgvuldig omgaan met energie in gebouwen is verwoord in de Trias Energetica:
1. Beperk het energieverbruik door verspilling tegen te gaan; bijvoorbeeld een compacte gebouwvorm of door isolatie van gevels en daken.
2. Maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen, zoals wind-, water-, en zonne-energie; bijvoorbeeld door installatie van een zonneboiler of zonnepanelen.
3. Maak zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen om in de resterende energiebehoefte te voorzien; bijvoorbeeld door gebruik te maken van een warmtepomp, lage temperatuurverwarming (vaak in de vorm van vloerverwarming), of het beperken van leidinglengtes van verwarming- en ventilatiesystemen.
Om energieneutrale woningen te realiseren, moet er in de bouwwereld nog veel veranderen. Het vraagt extra aandacht van alle partijen in he bouwproces om met traditionele bouwmethoden een EPC van 0,0 te behalen. Daarom is het zaak te blijven zoeken naar bouwmethoden, die wel voldoen aan de uitgangspunten voor een energieneutraal gebouw.
BOUWSTENEN VOOR EEN ENERGIENEUTRALE WONING
1. Zeer hoge isolatiewaarde.
• De wanden en het dak uitvoeren met een warmteweerstand (Rc-waarde) van 10 m2K/W (eis volgens bouwbesluit beganegrond 3,5 m2K/W wanden 4,5 m2K/W, en daken 6,0 m2K/W). Dit betekent dat de buitenwanden behoorlijk dik worden; de totale dikte, inclusief gevelsteen en binnenafwerking, is ca. 58cm.
• De wanden en het dak worden geïsoleerd met cellulose. Dit is een natuurlijk product, dat een hoog warmteaccumulerend vermogen heeft. In de zomer neemt het overdag langzaam de warmte van buiten op, en geeft dit ’s nachts weer terug. De warmte komt zo nagenoeg niet naar binnen. Een ander voordeel van cellulose is, dat het een ademend product is: overtollige waterdamp, die in elke woning wordt geproduceerd, kan er doorheen naar buiten worden afgevoerd. Denk niet alleen aan een laag energiegebruik maar pas indien mogelijk ook duurzame materialen toe.
• De kozijnen zijn voorzien van 3-laags glas met een zeer hoge warmteweerstand. U<0,8 W/m2K
Naar boven
2. Luchtdicht en toch ventileren
• Om te zorgen dat warme (of juist gekoelde) lucht niet zomaar verloren gaat, mogen er geen open naden, kieren of gaten in de “jas” van het huis zitten. Het casco, de basis voor het huis, dient met een grote zorgvuldigheid samengesteld te worden. Er dient uiterst nauwkeurig gewerkt te worden. De details zijn vooraf zodanig ontworpen, dat de bouwelementen goed op elkaar aansluiten en er geen luchtlekken ontstaan. In de voorbereiding moet door het bouwteam veel tijd geïnvesteerd worden in het zoeken naar de meest optimale constructie-opbouw en de beste detaillering.
• Na opbouw van de elementen worden alle naden met een speciale tape afgedichten.
• Een open haard met een schoorsteenkanaal door het dak past niet in een luchtdicht gebouw; het open kanaal zorg voor veel energieverlies. Een houthaard of gashaard geeft gezelligheid, maar is in deze woning niet nodig voor verwarming; de woning is dermate goed geïsoleerd, dat de warmtevraag heel klein is. Met enkele kaarsjes zou elke ruimte al verwarmd kunnen worden.
• Ook een afzuigkap kan niet direct naar buiten blazen (zo zou er per uur tot wel 600m3 verwarmde lucht zomaar kunnen verdwijnen). Er kan gekozen worden om de afzuigkap aan te sluiten op een warmteterugwinsysteem. De warmte van de uitgeblazen lucht wordt gebruikt om de aangezogen koude buitenlucht te verwarmen. Mogelijk kan ook gekozen worden voor een recirculatie kap. De kooklucht wordt gefilterd en terug in de ruimte gebracht warmte gaat op deze wijze niet verloren.
• Brievenbus in de voordeur? Nee, dat zou zorgen voor een enorm luchtlek.
• Als het casco klaar is, wordt de luchtdichtheid gecontroleerd door middel van een zogenaamde blower-doortest. Eventuele luchtlekken komen hierbij aan het licht, en kunnen alsnog worden afgedicht.
• Er moeten veel buisjes en kabels naar buiten worden gebracht voor bijvoorbeeld verlichting, zonneboilerpanelen, een buitenkraan en PV-panelen. Deze buisjes en kabels luchtdicht door de isolatieschil voeren; dit kan immers tot veel lucht- en isolatielekken leiden.
• De gedachte kan opkomen dat je stikt in een luchtdichte woning, of dat de woning muf en vochtig wordt. In de woning moet echter een nauwkeurig uitgebalanceerd ventilatiesysteem aangelegd worden, dat zorgt voor voldoende verversing van de lucht. Met CO2-meters in de woongedeelten en vochtmeters in de badkamer wordt bepaald welke ventilatiehoeveelheid nodig is. De ventilatie vind plaats via een warmteterugwinsysteem (WTW). Net als bij de WTW voor de afzuigkap wordt de warmte van de uitgeblazen lucht gebruikt om de aangezogen koude buitenlucht te verwarmen. Het rendement van de WTW is 95%. Door voldoende en goed gebalanceerde ventilatie is de kans op schimmel en bijvoorbeeld huisstofmijt heel gering, dus: een gezond en comfortabel leefklimaat.
Naar boven
3. Verwarming, warm water en koeling
• De woning wordt verwarmd met behulp van een warmtepomp. Dit apparaat maakt gebruik van water met een constante temperatuur van ca. 12 graden C, dat diep vanuit de bodem naar boven wordt gepompt. Bij deze temperatuur wordt een koelvloeistof in de warmtepomp verdampt tot gasvorm, dat vervolgens onder hoge druk wordt gebracht. Hierbij komt zeer veel energie vrij, zoveel dat daarmee water op hoge temperatuur wordt gebracht. Dit warme water kan worden gebruikt om de ruimten middels vloerverwarming te verwarmen of bijvoorbeeld als warm water om te douchen. De warmtepomp verbruikt alleen wat stroom voor het rondpompen van water en vloeistoffen in de beschreven circuits. Dit gebeurt met zeer energiezuinige pompen. Het vermogen van de toegepaste warmtepomp wordt afgestemd op de warmte behoefte van de woning. Deze zal door de forse isolatie van de woning laag uit gaan vallen.
• Er is dus geen CV-ketel nodig voor verwarming en warm water. Het huis is daarom niet voorzien van een aansluiting op het gasnet (koken gebeurt op een inductieplaat).
• In de zomer wordt het bodemwater van 12 graden C gebruikt om het huis te koelen. Het koelere water stroomt door de vloerverwarming en zorgt zo voor een zogenaamde passieve koeling.
• Op het huis kan een zonneboiler geplaatst worden. Hiervoor worden panelen die aan de zonkant op het dak gemonteerd en waardoor water stroomt. Als de zon schijnt, wordt het water verwarmd. Dit kan wel tot 100 graden C zijn. Het verwarmde water wordt in een buffervat opgeslagen en kan worden gebruikt bij de verwarming van het huis of als warm water voor bijvoorbeeld de keuken of douche. Zolang de zonneboiler voldoende warm water geeft, hoeft de warmtepomp niet voor verwarming te zorgen.
• Wanneer je douchekraan aanzet, verdwijnt het warme water via de douchegoot in de riolering. Een zogenaamde douchegoot- of –pijpWTW wordt in het rioleringssysteem ingebouwd. In deze WTW zit de aanvoerleiding van koud water verwerkt. Het warme water, dat in bij het douchen in de WTW terecht komt, wordt gebruikt om het water in deze koudwaterleiding op te warmen. Het rendement van deze WTW is ruim 45%.
• Om in de zomer de zonnewarmte buiten te houden en oververhitting te voorkomen, wordt de woning aan de zuid- en westkant voorzien van screens, die automatisch naar beneden gaan als de zoninstraling te veel wordt.
Naar boven
4. Elektra
• De elektriciteit, die nodig is voor de apparaten en verlichting in het huis, wordt opgewekt door PV-panelen (“PhotoVoltaïsche” panelen). Overdag, en zeker als de zon flink schijnt, wordt er meer energie opgewekt dan nodig is. Dit overschot wordt teruggeleverd aan het elektriciteitsnet. De meter draait dan achteruit of word gesaldeerd. Het aantal panelen wordt op het verbruik afgestemd zodat elektraverbruik van de woning per saldo 0 zijn: energieneutraal!
• Om het elektraverbruik te reduceren kun je ervoor kiezen om vrijwel geen lampen aan te doen. Kies voor sfeer en comfort en dus ook voldoende verlichting. Pas om het elektraverbruik hiervan toch laag te houden, voor het hele huis LED-verlichting toe. Conventionele gloeilampen en halogeenlampen worden vanwege het fors hogere energieverbruik niet toepassen.
• Apparaten die warm water nodig hebben zijn klassieke energieslurpers. Een vaatwasser en wasmachine verwarmen koud water met een ingebouwd verwarmingselement. Dit kost veel stroom. Daarom worden de vaatwasser en de wasmachine in deze woning aangesloten op de warmwaterleiding. Een zogenaamd hottfill voorschakelapparaat zorgt ervoor dat water van de juiste temperatuur in bijvoorbeeld de wasmachine stroomt (want bij een was op 30 graden moet je natuurlijk geen water van 60 graden in de machine laten komen…).
• De koelkast en vrieskast zijn energiezuinig en vallen in de hoogst mogelijke energieklasse.
• De woning voorzien van domotica. Dit is een systeem waarmee de verwarming, verlichting, screens en een aantal apparaten centraal kan worden bediend en ook automatisch kan worden aangestuurd. Dit domoticasysteem verhoogt het comfort en bevordert een efficiënt gebruik van energie.
Naar boven
5. Ontwerp
• Bij veel energieneutrale woningen is het ontwerp ondergeschikt aan de energieprestatie. Wat zie je dan? Vaak een vrij gesloten noordgevel en grote glaspartijen in de zuidgevel. Een gebouwvorm passend in haar omgeving dient als uitganspunt gekozen te worden. Alleen de zonnepanelen en boiler op het dak verraden de bijzondere eigenschappen van de woning.
• Installaties en verbruikstoestellen zoveel als mogelijk klusteren zodat installaties compact uitgevoerd kunnen worden en leidinglengten minimaal zijn.
Naar boven
6. Beheer
• Een heleboel installaties en voorzieningen die allemaal op elkaar ingespeeld en geregeld moeten worden.
Dit vraagt om:
- uitgebreide instructie van de bewoners;
- monitoring en onderhoud van de installaties zodat deze optimaal blijven presteren;
- een bewonersgedrag afgestemd op de woning.
Zijn al de genoemde maatregelen nodig om energieneutraal te bouwen?
Nee!
Mogelijk maakt uw ontwerp het mogelijk om een keuze te maken. Nadruk bij het bouwen ligt op stap 1 van de trias energetica: BEPERK HET ENERGIEVERBRUIK.